Kinderfysiotherapie
Kinderfysiotherapie
Kinderfysiotherapie richt zich op problemen rondom het bewegen en het bewegingssysteem van kinderen en jongeren (0-18 jaar). Wanneer uw kind problemen ondervindt met bewegen, dan is de kinderfysiotherapeut de aangewezen zorgverlener.
Een kinderfysiotherapeut is goed opgeleid en heeft na de basis(bachelor)opleiding fysiotherapie de vervolgopleiding (Master)kinderfysiotherapie afgerond. De kinderfysiotherapeut werkt altijd, na onderzoek gedaan te hebben, volgens een behandelplan. Wanneer nodig wordt overlegd met andere disciplines, zoals de arts, leerkracht, logopedist of ergotherapeut.
Martine Coppoolse is kinderfysiotherapeut i.o. en zit in haar afsluitende jaar.
Behandeling
Orthopedisch: Problemen aan gewrichten, botten, spieren en pezen.
Bijvoorbeeld pijn aan gewrichten, of klachten door een trauma zoals een botbreuk of verzwikking. Door de groei en ontwikkeling van een kind kunnen problemen die in het begin nog mild zijn, verergeren. Ze kunnen dan grote gevolgen hebben voor het bewegen en functioneren van het kind.
Neurologisch: Ziekten van de hersenen, het ruggenmerg, de zenuwen en de spieren.
Cerebrale parese (CP) uit zich in een houdings- of bewegingsstoornis, die voortkomt uit een hersenbeschadiging, welke is ontstaan voor de eerste verjaardag.
Centraal perifeer lijden, OPBL (afklemming zenuw bij geboorte), CP (cerebrale parese), NAH (niet aangeboren hersenaandoeningen).
Motorische ontwikkelingsachterstand: Bij sommige kinderen verloopt de motorische ontwikkeling anders dan normaal. Het kan zijn dat een kind erg laat pas gaat zitten, kruipen of lopen. Maar ook problemen met het aanleren van vaardigheden zoals schrijven, kunnen problemen geven.
Bij 5-10% van de kinderen komt de diagnose Developmental Coordination Disorder (DCD) voor. Kinderen met DCD zijn onhandiger, vallen vaker en hebben moeite met het aanleren van allerlei vaardigheden als bijvoorbeeld schrijven en fietsen.
DCD (developmental coordination disorder), syndromen (syndroom van Down, afwijkingen DNA), epilepsie, obesitas (overgewicht).
Zuigelingen: Voorkeurshouding -> Sommige baby’s liggen gedurende meer dan 75% van de tijd met hun hoofd naar één kant gedraaid. Dat wordt een voorkeurshouding genoemd. Wanneer een baby steeds met het hoofd naar één kant gedraaid ligt of voortdurend op het achterhoofd ligt, kan er een afplatting van het hoofd ontstaan.